The Great Bed of Ware

‘The Great Bed of Ware’, het is een van de grootste gekoesterde schatten van het V&A, waar een grote variëteit aan soorten kunst te vinden is. Het is een spectaculair hemelbed, met een beroemde luxueuze breedte van wel meer dan drie meter. Er zijn geen andere bedden bekend met deze afmetingen, en het verhaal gaat dat het bed plek bood voor wel vier verschillende stellen.

Geschiedenis van het bed

De reputatie van het enorme bed is iets ruwer dan die van andere historische meubels in het V&A museum. Gebouwd in 1590, had het bed naar hoge waarschijnlijkheid het doel om een toeristische attractie te worden voor Hertfordshire, een herberg in Ware. Dit kleine dorpje lag op wel een dag reizen van de grote stad Londen af, en was daarmee de perfecte plek om te overnachten voor mensen die op reis waren naar de universiteit van Cambridge of nog verder noordelijk.

De gasten hadden de gewoonte om hun initialen in het hout van het machtige bed te kerven, of ze brachten rode lakzegels aan waarmee ze hun nacht in het bed vastlegden. Deze markeringen zijn vandaag de dag nog steeds zichtbaar op het hoofdeinde en op de bedpalen, waaraan luxueuze bedrokken bevestigd zaten.

Beroemd in Literatuur

De beroemdheid van het bed werd zo groot dat zelfs Shakespeare erover schreef in Twelfth Night (1601), en Sir Toby Belch een blad papier omschrijft in zijn werk als “… groot genoeg voor The Bed of Ware!”. Daarna bleef het bed opduiken in toneelstukken en schunnige verhalen. Het kreeg zijn huidige naam als “The Great Bed of Ware” in 1609, toen het onder deze naam werd beschreven door Ben Jonson in zijn renaissancekomedie Epicoene.

Ongewoon groot

De afmetingen zijn ongewoon groot (267 cm hoog, 326 cm breed, 338 cm diep), maar toch is het houtsnijwerk typerend in haar flamboyante stijl voor de Elizabethaanse periode. In het rijkelijk versierde houtwerk staan renaissancemotieven, acanthusbladeren en sierlijke patronen. Naast de leeuwen staan saters die als symbool zijn aangebracht voor viriliteit en vruchtbaarheid.

In het hoofdeinde en aan de onderkant van de houten baldakijn staan menselijke figuren. Hierop kun je sporen van verf zien; deze kunnen erop wijzen dat het bed van oorsprong een felle kleur had. Er is een complexe reeks van gordijnen en beddengoed aanwezig, die gedetailleerde reproducties zijn van hoe het origineel eruit heeft gezien. Samen met het houtsnijwerk, het inlegwerk en het schilderwerk vormen deze stoffen een rijkelijk en dramatisch beeld, die vooral bij kaarslicht goed tot zijn recht zou zijn gekomen.

Het bed is in de loop der tijd zowel gevierd als afgekeurd, maar toch werd The Great Bed of Ware in 1931 moeiteloos het duurste meubelstuk dat ooit door V&A is aangeschaft. Voor het astronomische bedrag van 4000 pond werd vier keer het jaarlijkse budget voor aankopen van de meubelafdeling in die tijd aangestipt.

Aanbevolen artikelen